Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Hoofdstuk 4: De mixfactor van sport (2010)

eenheid en verdeeldheid op het veld

In dit hoofdstuk laten we zien dat sport zowel verenigt als verdeelt. Sport versterkt bestaande sociale netwerken, maar sluit ook bepaalde groepen uit. Bovendien vergroot sport onderlinge competitiegevoelens die op hun beurt kunnen leiden tot onsportief en zelfs agressief gedrag. Sportdeelname is ook niet kleurenblind of klasseloos, sportparticipatie verloopt veelal langs gevestigde sociale scheidslijnen. In prestatieverband krijgen ontmoetingen tussen verschillende sociale milieus gestalte doordat de besten, ongeacht sociale achtergrond, bij elkaar worden geplaatst. Bij recreanten liggen dergelijke ontmoetingen minder voor het oprapen, maar toch zijn er ook hier wel gelegenheden voor interetnische interactie. Dit leidt tot meer contact, ook al blijft dat contact vaak oppervlakkig.

Het is eigen aan de aard van sport als vrijetijdsactiviteit dat het een belangrijke rol speelt bij het ontwikkelen en in stand houden van de eigen identiteit. De wens om onder elkaar te verkeren is vaak een positieve keus. Schaduwkant hiervan is dat de hieruit resulterende lichte gemengde contacten in de sport minder dan gehoopt de beeldvorming over en weer tussen sociale groepen veranderen. Bij intensievere omgang in een gemeenschappelijk verband is daar meer kans op (bijvoorbeeld bij prestatiesport). ‘Sport verbroedert’, maar we mogen het effect niet overschatten. 

Literatuurverwijzing: Veldboer, L., Boonstra, N., Krouwel, A., & Duyvendak, J.W. (2010). Hoofdstuk 4: De mixfactor van sport: eenheid en verdeeldheid op het veld. In F. Kemper, Samenspel (pp. 85-100)