Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Ouders willen bewegingsonderwijs als kernvak en gegeven door vakleerkracht (2016)

Auteur(s), Organisatie(s): Jo Lucassen, Mulier Instituut

OnsOnderwijs 2032

Op instigatie van staatsecretaris Dekker van onderwijs heeft het afgelopen jaar een verkenning plaatsgevonden naar de toekomst van het Nederlandse onderwijs. Daarbij stond de vraag centraal hoe we kinderen die nu naar school gaan, zo goed mogelijk voorbereiden op de samenleving en arbeidsmarkt van 2032. Om het onderwijs relevant te houden, is het belangrijk om de doelen en inhoud van het onderwijs van tijd tot tijd te herzien. In Nederland vinden aanpassingen van het curriculum nu vaak ad hoc en per vak plaats. Dat werkt versnippering en overladenheid van het curriculum in de hand.

In januari bracht Platform Onderwijs2032 op basis van de verkenning advies uit over wat kinderen moeten kennen en kunnen. Toekomstgericht onderwijs bestaat volgens het platform uit een curriculum waarin leerlingen:

  • een vaste basis aan kennis en vaardigheden opdoen, waarmee ze vakoverstijgend leren denken en werken;
  • hun kennis en vaardigheden verdiepen en verbreden, met hun eigen mogelijkheden en interesses al leidraad;
  • zich als persoon vormen waar het gaat om de ontwikkeling van hun identiteit, hun creativiteit en een gezonde leefstijl.

Het toekomstig curriculum zou zich moeten richten op een duidelijk afgebakende kern: taalvaardigheid (Nederlands en Engels), rekenen en wiskunde, digitale geletterdheid, burgerschap en kennis van de wereld (Mens & Maatschappij, Natuur & Technologie en Taal & Cultuur). Het vak bewegingsonderwijs komen we in deze kern dus niet tegen. Het lijkt dat leerlingen daar pas aan toe kunnen komen als ze zich gaan verdiepen.

Extra kernvakken

Uit het onderzoek van het Mulier Instituut blijkt dat ouders een duidelijke mening hebben over wat het onderwijs naast taal en rekenen zou moeten bieden. Op de vraag welke andere vakken op de basisschool ook kernvak zouden moeten zijn, kiest meer dan de helft van de ouders voor sociale ontwikkeling (69%) en bewegingsonderwijs (62%). Uit de acht voorgelegde keuzemogelijkheden kiest twee op de vier ouders voor wetenschap en techniek als extra kernvak.

Lestijd voor extra kernvak

Ouders die bewegingsonderwijs als extra kernvak kiezen, vinden dat daar gemiddeld een kleine drie uur per week (2,8) aan besteed zou moeten worden. Dat is iets lager dan het gemiddeld aantal uur dat ouders aangeven voor geschiedenis (3,2) creatieve oriëntatie (3,1) en biologie (3).

De bevindingen over het type kernvak en het aantal lesuren zijn in lijn met onderzoek uit 2014 (link) onder de Nederlandse bevolking. Dat ouders dit vak als belangrijk ervaren, kan mede worden ingegeven door hun ervaringen met de manier waarop het nu wordt gegeven.

Ruim helft ouders tevreden over bewegingsonderwijs

Uit het onderzoek van het Mulier Instituut blijkt dat een ruime meerderheid van de ouders in Nederland (heel) tevreden is over het aantal lessen bewegingsonderwijs (63%) op de school van hun kind. Een op de zes ouders is hierover ontevreden. Over de kwaliteit van het vak bewegingsonderwijs zegt een meerderheid (59%) van de ouders (heel) tevreden te zijn.

Hoger opgeleide ouders lijken iets minder vaak (zeer) tevreden (53%) te zijn over het aantal lessen bewegingsonderwijs dan ouders met een midden (69%) of laag opleidingsniveau (66%). De eigen sportfrequentie of het lid zijn van een sportvereniging is niet van invloed op de mate waarin ouders tevreden zijn over de frequentie en de kwaliteit.

Gespecialiseerde vakleerkracht belangrijk

Hoewel ouders doorgaans (zeer) tevreden zijn over bewegingsonderwijs en het beweeg- en sportaanbod op de school van hun kind, is er wel een duidelijk verbeterpunt. Drie kwart van de ouders in Nederland vindt het namelijk (heel) belangrijk dat bewegingsonderwijs door een gespecialiseerde vakleerkracht wordt gegeven. Nu is dat maar bij een kwart van de scholen volledig het geval. Ouders met een hoger opleidingsniveau zijn iets vaker van mening dat het (heel) belangrijk is dat bewegingsonderwijs wordt gegeven door een gespecialiseerde vakleerkracht (86%) in vergelijking met ouders met een midden (73%) of laag opleidingsniveau (77%).

Beweeg- en sportaanbod op school

Scholen worden gestimuleerd om naast bewegingsonderwijs (buiten schooltijd) een beweeg- en sportaanbod te bieden al dan niet in samenwerking met de gemeente, sportverenigingen of andere sportaanbieders. Een kleine meerderheid van de ouders in Nederland (52%) is (heel) tevreden over dit aanbod en over de kwaliteit. Dit geldt in iets mindere mate voor ouders met een hoog opleidingsniveau. Er is geen verschil in de tevredenheid over het beweeg- en sportaanbod en de mate waarin ouders zelf sporten of lid zijn van een sportclub.

Conclusies

Wanneer ouders een extra kernvak zouden mogen benoemen, kiezen zij in de meeste gevallen voor sociale ontwikkeling en bewegingsonderwijs. Verder zien ouders graag dat een gespecialiseerde vakleerkracht bewegingsonderwijs verzorgt.

De vermelde onderzoeksresultaten zijn gebaseerd op data van het Nationaal Sportonderzoek. De resultaten zijn representatief voor de Nederlandse bevolking. Samr verzorgde het veldwerk. Datacollectie vond plaats in maart 2016. 1.620 respondenten deden aan het onderzoek mee. 247 respondenten hadden een kind op de basisschool (16%) en kregen de vragen over bewegingsonderwijs voorgelegd.

Gebruikte bronnen

Reijgersberg, Niels en Jo Lucassen (2016). Ouders over bewegingsonderwijs. Factsheet 2016/7. Utrecht: Mulier Instituut

Frans Louwen en Ellen van Spijk (2014). Schoolsport. Sporten op school, bij school en namens school. In opdracht van NOC*NSF. Dongen: GfK

Platform Onderwijs2032 (2016) Ons onderwijs2032. Eindadvies. Den Haag: Platform Onderwijs2032

Literatuurverwijzing: Lucassen, J.M.H., & Mulier Instituut (2016). Ouders willen bewegingsonderwijs als kernvak en gegeven door vakleerkracht.

Omschrijving