Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Verenigingsfactoren (offline) (2015)

jongeren binden en behouden bij sport, deel 3

Auteur(s), Organisatie(s): Dorien Dijk, Hiske Blom, Kenniscentrum Sport

Verenigingsfactoren

Verenigingsfactoren gaat over de invloed die de vereniging zelf heeft om sportuitval te voorkomen en jongeren te binden en behouden. De vereniging kan deze veranderingen zelf inzetten. De verenigingsfactoren zijn te verdelen in drie categorieën. De eerste betreft organisatorische zaken, zoals het trainersbeleid, de planning van wedstrijden en trainingen, het indelen van jongeren in teams. De tweede categorie is sportiviteit en de derde kwaliteit van de faciliteiten.

Goed voorbeeld SV Kampong

Voetbalvereniging Kampong heeft geen specifieke aanpak om twaalf- tot zeventienjarigen binnen te houden. Maar het past wel binnen het beleid. Verenigingsmanager Marcel Scheefhals vertelt: “Voor ons begint alles bij de mini-pupillen. Daar kweek je als vereniging je imago, dus daar moet alles goed zijn georganiseerd en van daaruit bouw je op. Niet alleen het plezier van de spelers, maar ook de binding met hun ouders, want die hebben we nodig voor training, begeleiding en een positieve stimulans.”

Bij een goede organisatie draait het voor Scheefhals om goede voorzieningen en een sterke, transparante verenigingsstructuur. “Binnen die structuur heeft elk team zijn eigen plek, met een eigen trainer en teamleider, heldere regels en afspraken, vaste trainingstijden en een eigen deel van het trainingsveld. Op die manier creëren we voor iedereen rust, ruimte en continuïteit. Dat werkt, want de afgelopen jaren zijn we aan de onderkant van 60 naar 200 mini’s gegroeid en steeds meer jeugdspelers blijven. Vijf jaar geleden hadden we maar één A-team, nu hebben we er zes en dat komt niet omdat we nieuwe doelgroepen werven.”

Lees verder over dit praktijkvoorbeeld SV Kampong.

Tips

De tips, tricks en tools bij het thema ‘verenigingsfactoren’ zijn onderverdeeld in de volgende categorieën: organisatorische zaken, sportiviteit en kwaliteit van de faciliteiten. Hieronder alvast een voorproefje.

  • Geef bij teamsamenstelling voldoende inspraak aan de jeugdleden zelf. Je hebt dan misschien niet de beste spelers uit beide teams bij elkaar maar de jongeren beleven wel heel veel plezier.
  • Zorg voor een breed, vernieuwend en dynamisch aanbod dat aansluit bij de wensen en behoeften van de jongeren. Blijf flexibel inspelen op de veranderende vraag van de jongeren en durf het oude, vertrouwde aanbod los te laten als dat moet.
  • Spreek als team met elkaar duidelijke regels af, bijvoorbeeld over op tijd komen, de juiste spullen bij je hebben, afzeggen en pesten.
  • Zorg ervoor dat jongeren de sportvereniging makkelijk en veilig kunnen bereiken, dat de kantine en de velden er uitdagend en aantrekkelijk uit zien en dat er voldoende en schone kleedruimte is. Het materiaal is voldoende beschikbaar en veilig en wordt goed opgeruimd en gecontroleerd.

Alle tips, tricks en tools bij het thema ‘verenigingsfactoren’ staan in dit word-document “Verenigingsfactoren – Tips” beschreven.

Achtergrondinformatie

Verenigingen investeren veel in het werven van leden in de leeftijd vijf tot en met tien jaar. Vaak met succes. Helaas stopt een groot deel van de jeugd weer als ze dertien à veertien jaar zijn. Daarmee worden alle eerdere inspanningen grotendeels teniet gedaan en dat is jammer. In de tabel hieronder staat het aantal leden dat in 2013 uitviel bij georganiseerde sport.

Ledentallen 2012 en 2013

Sportuitval onder jongeren in beeld

Naast de KISS-cijfers is er in Nederland weinig onderzoek uitgevoerd naar sportuitval. Baar is één van de weinigen die wel in dit onderwerp is gedoken. In ‘Zorg voor jeugdsport’ maakt hij onderscheid in individuele factoren, sociale sportomgeving, sportinterne condities en sportexterne condities. Kenniscentrum Sport vertaalde de theorie van Baar naar de doelgroep jongeren en in vier verschillende factoren: wat motiveert jongeren, sociale invloeden, verenigingsfactoren en invloeden van buitenaf.

Zoals je op de kleurenafbeelding ziet, zijn er veel verschillende factoren waarom jongeren besluiten om wel of niet door te gaan met sport. Het fenomeen sportuitval is dan ook een complex onderwerp. De beslissing om te stoppen met sport is een proces. Uit gesprekken met sportuitvallers blijkt (Baar, 1991; Hofstede en Hümmels,1994) dat deze beslissing niet klakkeloos wordt genomen. Aan de uiteindelijke afmelding gaat veelal een geleidelijk proces vooraf, waarin negatieve ervaringen, onmogelijkheden met de sportbeoefening en een hang naar alternatieven de overhand krijgen.

Er zijn erg veel verschillende redenen voor jongeren om te stoppen met sporten. Het is lastig te bepalen wat nu uiteindelijk de belangrijkste redenen zijn om het lidmaatschap te stoppen. Tevens zijn er grote verschillen tussen kinderen en jongeren in wat zij als negatief ervaren en hoe zij daarmee omgaan. Het fenomeen sportuitval is een complex gebeuren en laat zich niet verklaren door één oorzaak of theorie.

Stappenplan voor sportclubs en scholen

Kleine weergave van het stappenplanIn acht stappen naar een eigen aanpak om jongeren te behouden met bijbehorende tools. De beide stappenplannen zijn te vinden op http://sport.nl/.

 

 

Wilt u contact met een expert op het gebied van het binden en behouden van jongeren bij sport? Neemt u dan contact op met een van de experts:

Lees verder

Dit artikel is het derde in een serie van vier, waarin NOC*NSF en Kenniscentrum Sport per artikel inzoomen op één van de vier hoofdfactoren bij het binden en behouden van jongeren voor de sport. Lees de andere artikelen over:

Literatuurverwijzing: Dijk, D., Blom, H., & Kenniscentrum Sport (2015). Verenigingsfactoren (offline): jongeren binden en behouden bij sport, deel 3. Sportexpert.

Omschrijving