Spring naar content
Naar alle interventies

Denken en Doen

Voor gemeenten is concrete invulling van ‘ouderenbeleid’ – waarbij ook aandacht aan het bestrijden van eenzaamheid wordt gegeven – vaak aanleiding om de interventie Denken en Doen te laten uitvoeren. In wijk of dorp worden ouderen genodigd om deel te nemen aan een langdurige cursus bridgeleren. In groepen komt men (gedurende ca. twee jaar) wekelijks bijeen om, onder leiding van een ervaren bridgedocent, te leren bridgen. Hierbij helpen de inhoudelijke regels van het spel en de organisatie eromheen op zeer natuurlijke wijze om binnen de groep het sociaal verband aan te brengen en te verstevigen. Ook de bridgedocent heeft een actieve rol bij het creëren van een positieve sociale omgeving en het stimuleren van de sociale interactie tussen deelnemers. Na drie lessenseries worden grotere groepen gevormd waaruit weer nieuwe contacten ontstaan. Na afloop van de interventie wordt aan de deelnemers continuïteit van de bridge-activiteit geboden en blijkt dat het sociaal netwerk van de deelnemers is gegroeid.

Doelgroep

Ouderen (in de leeftijd van 60+). Bij deze (oudere) leeftijdsgroep komen sociale isolatie en eenzaamheid vaker voor. Potentiële deelnemers worden aangeschreven op basis van een keuze door/via de gemeente. Daarnaast kan de gemeente selecteren op additionele risicofactoren voor eenzaamheid, bijvoorbeeld ouderen die alleen wonen of zij die wonen in een kwetsbare wijk of buurt. Hierbij gelden geen toegang-selectie criteria, omdat een gemêleerde groepssamenstelling van eenzame en niet-eenzame ouderen wordt beoogd. 

Doel

Ouderen (60+) krijgen door deelname aan Denken en Doen meer sociale contacten en vergroten daardoor hun sociale netwerk, waardoor eenzaamheid vermindert of wordt voorkomen. Hierbij wordt bridge ingezet als middel om mensen met elkaar in contact te brengen en (langdurig) met elkaar te verbinden.

Aanpak in het kort

De interventie Denken en Doen duurt in totaal twee jaar en is opgebouwd uit 5 stappen. Vanaf de 2e tot de 4 e stap, worden de stappen gezet via wekelijkse bijeenkomsten van ca. 12 bridgelessen per stap van gemiddeld 2,5 uur onder leiding van een door de BridgeBond geïnstrueerde docent. De 5e stap omvat clubbegeleiding waarbij dezelfde docent aanwezig is.

De belangrijkste materialen voor eindgebruikers: bridgemateriaal (zoals speelkaarten, boards, biddingboxen, tafelbladen, scorekaarten), bridge leermateriaal en bridge oefenmateriaal. Voor lokale uitvoerders zijn o.a. een projecthandleiding en diverse folders en uitnodigingsbrieven beschikbaar. Tenslotte is er voor docenten een docenteninstructie. Bij de leerboeken voor Denken en Doen zijn afzonderlijke docentenhandleidingen aanwezig en is ondersteuning in ‘PowerPoint’ beschikbaar.

De speelgelegenheid: Bijeenkomsten gaan wekelijks plaatsvinden in een ‘speelgelegenheid’. In totaal zijn er over twee jaar ruim 88 bijeenkomsten. De zaal moet voor de doelgroep (ook mensen met een beperking) toegankelijk en bereikbaar zijn. Meestal is dit een buurtcentrum, maar het kan ook een zaal zijn in een zorgcentrum of aanpalend aan een kerk. Bridgeclubs hebben meestal geen zalen in eigendom. De zaal moet voor deze gelegenheid besloten zijn (een openbare horeca gelegenheid voldoet niet). Hierin moeten tenminste 7 losse tafels staan met rondom elk 4 stoelen, rolstoeltoegankelijkheid (en –manoeuvreerruimte) is gewenst. De aanwezigheid van een beamer/projectiescherm is een pré. De interventie is ontworpen voor max. 60 personen die in eerste instantie worden verdeeld over twee lesgroepen van max. 28-32 personen. Een belangrijk moment vindt plaats na stap 4 omdat in stap 5 lesgroepen worden samengevoegd. Er zijn vanaf dit moment dus aanzienlijk meer tafels en stoelen nodig. Het benodigde oefenmateriaal wordt door de bridgedocent meegenomen, indien het niet ter plaatse kan worden opgeslagen, wat de voorkeur heeft.

Type organisatie:

  • gemeenten en organisaties voor ouderenzorg (die, mede, het gemeentelijkbeleid voor ouderenzorg uitvoeren);
  • bridgeverenigingen;
  • bridgeBond.

Het is afhankelijk van de financiering van de interventie hoe deze organisatorisch is verankerd. Heeft de gemeente bijvoorbeeld opdracht gegeven aan de BridgeBond dan neemt deze de verantwoordelijkheid voor de uitvoering. Gemeenten kunnen zich laten vertegenwoordigen door een zorginstelling waarmee wordt samengewerkt.

Gemeenten en organisaties voor ouderenzorg Denken en Doen sluit aan bij het gemeentelijk ouderenbeleid. De gemeente speelt een rol in de financiering en werving van deelnemers. Veel gemeenten besteden de uitvoering van hun ouderenbeleid uit aan een organisatie voor ouderenzorg/welzijn. Deze organisatie wordt dan binnen de interventie aanspreekpunt. De selectie en aanschrijving van deelnemers gebeurt onder verantwoording van de gemeente (zie ook paragraaf 1.1 selectie van doelgroepen).

Bridgeverenigingen Er wordt met de lokale bridgeclubs samengewerkt omdat zij zorgen voor vrijwilligers (tafelbegeleiders) en bijdragen aan continuïteit van het opgezette netwerk na 2 jaar (deelnemers kunnen dan (soms als satellietclub) aansluiten bij de lokale bridgeclub.

BridgeBond De BridgeBond is enerzijds aanjager van Denken en Doen projecten, waarbij zij deze interventie onder de aandacht van gemeenten en andere betrokken organisaties in het veld van ouderen brengt, en anderzijds uitvoerder die een belangrijke rol heeft in de eerste stap (voorbereiding interventie) van de interventie. Het landelijk overzicht en bereik van bridgeclubs en voor Denken en Doen relevante bridgedocenten door de BridgeBond is hier belangrijk. Ook levert de BridgeBond tal van de voor de interventie benodigde materialen.

Meer informatie

Interventie-eigenaar

Contactpersoon

Erkenning

  • Niveau: Goed onderbouwd
  • Datum erkenning: 03 oktober 2019
Dit is een erkende interventie